Van start tot meet 1964 - 1965

Aalmoezenier Jef Fobert
Groepsleiding Romain Battiau
Groepskamp Vode

Voor hun belofte aflegging moesten de welpen, uiteraard in korte broek, bij -10° op tocht naar Mater. Bij aankomst bleken de benen van Eric letterlijk gesprongen van de kou. Voor de oudscouts werd een aparte tak opgericht die Roelandsstam werd genoemd, en getrokken werd door Pierre Schotsman. Tijdens een weekend merkte Pierre pas na een kwartier aan de reactie van de mensen langs de straat dat er een touw met twintig conservenblikken aan zijn auto hing.

Het groepskamp ging door in de buurt van Philippeville, maar het contact tussen welpen (met Francine als Akela) en de rest (met Martin als hopman bij de jongverkenners en Toon bij de verkenners) bleef toen nog beperkt tot een gezamenlijk kampvuur. Tijdens de heenreis moest men in Charleroi de lijnbus op naar Florennes. De bestuurder ontving de groep met "Plus de place". Toon deed even zijn longen kraken, Marnix rolde even zijn mouwen op en Jaak pinkte even met zijn linkeroog, waarop de watman lijkbleek stamelde: "Montez, mes amis, soyez bienvenus à Charleroi". De foeriers Romain en Gomar kwamen met de fiets. De kampeerplaats was blijkbaar prachtig, bij het spreekwoordelijke beekje, maar om iets in de rotsachtige bodem te krijgen, had men een pikhouweel nodig.

Een stuk spek dat men als foerage had meegekregen van een ouder, en ondertussen ranzig was geworden, werd aan de boer gegeven voor de varkens. Groot was de verbazing toen men de volgende dag merkte dat de boer het zelf aan het opeten was.